‘Portiek is een woord’

‘Portiek is een woord’

“Moeder, je schrijft iets dat niet bestaat”. Mijn zoon keek me aan, lichtjes triomferend omdat hij in één van mijn teksten een woord vond zonder betekenis. “Welk woord dan?”, vroeg ik hem. “Portiek!”.

Ik legde het uit:  een kleine, meestal open inkomhall, voor een winkel bijvoorbeeld, in een flatgebouw. Het  gedeelte vòòr de bel, vòòr de voordeur. Ik spelde hem meteen ook de les over de volgens mij echt onrustwekkende verarming van hun taalgebruik, over het gevolg van te weinig lezen, over de Nederlands-Engelse koetertaal waarmee ze denken later te kunnen solliciteren…

Een kleine rondvraag ’s avonds leerde me dat geen van onze vier kinderen het woord kende.

Geen van hen kende het woord voor de plek waar daklozen slapen, op en onder karton, ingerold in slaapzakken en dekens. Hun hebben en houden in plasticzaken naast zich. Al dan niet met de fles bij de hand.  Soms liggen ze op een ventilatierooster, soms hebben ze een hond die hen warm houdt. Een enkele keer lees je hun trieste situatie in enkele woorden op een kartonnen flap: ‘IK HEB HONGER aub/svp’.

Een portiek is een plek waar deze mensen ’s ochtends, bij het eerste krieken van de dag, weer vertrekken. Of ze worden er weggejaagd. Meestal wordt de plek niet proper achtergelaten. Het stinkt er naar urine. De wrevel bij de vaste bewoners van het pand is wel te begrijpen.

Een enkele keer lees je dat zo’n sukkelaar hardhandig aangepakt werd. Door dronken jongeren, onder meer. Hadden ze een plan? ‘Vanavond gaan we een haveloze dakloze in een schimmig portiek molesteren’, of iets van dien aard? Ik denk het niet; te veel moeilijke woorden.

Portiek. Als het woord je niets zegt, ken je dan wel het gevoel dat het oproept? Kan je dan nog meeleven met de mens onder het karton? Voel je zijn eenzaamheid? Voel je de koude?

Zou het kunnen dat verarming van onze woordenSCHAT tot verarming van ons voelen leidt?

Je weet wel: ‘vroeger’… schreven we lange liefdesbrieven. We kenden verschillende woorden voor gemis, voor verlangen, voor passie. We schreven gedichten of getroosten ons tenminste de moeite om dichtbundels te lezen en er de meest passende verzen uit te kopiëren… Vroeger hadden we dagboeken en vriendenboeken: met tekeningen, foto’s, citaten en gedichten zegden we dat bootjes vergaan maar dat onze vriendschap voor altijd zou blijven bestaan.

Nu schrijven we: 😊 of ☹, een hartje of een kakje.

Ik vind het maar niks. Kunnen we terug liefdesbrieven schrijven? Geparfumeerd. Met gedroogde bloemetjes. Met ‘veel liefs’ en ‘voor altijd’.

————————————-

Toevallig vandaag, 20 mei 2019, brengt de Hogeschool Odissee de resultaten van een onderzoek naar taalvaardigheid bij studenten uit.  “De situatie is problematisch omdat taalvaardigheid een noodzakelijke voorwaarde is voor studiesucces”, zegt talenbeleidscoördinator An De Moor. ‘Hogeschoolstudenten begrijpen gewone woorden niet meer’, lees ik in De Standaard. ‘Empathie’ is er één van.